Geheimen van Landschapsfotografie onthuld
Landschapsfotografie is een populair en steeds groter wordend fotografie genre, omdat fotografen hiermee de schoonheid van de natuur in al haar vormen kunnen vastleggen. Van adembenemende zonsondergangen tot schilderachtige taferelen van met sneeuw bedekte bergen, landschapsfotografie wordt daar velen gedaan en wordt steeds populairder. Het kan niet alleen een plezierige hobby zijn, maar het biedt fotografen ook de mogelijkheid om hun creativiteit te uiten en nieuwe plekken te verkennen met hun camera.
- Wat is landschapsfotografie?
- Wat heb je nodig voor landschapsfotografie?
- Welke lenzen voor landschapsfotografie?
- De juiste voorbereiding
- Welke instellingen gebruik je voor landschapsfotografie?
- Het juiste licht
- Welke composities voor landschapsfotografie?
- Hoe stel je goed scherp bij landschapsfoto’s?
- Nabewerking bij landschapsfotografie
Wat is landschapsfotografie?
Landschapsfotografie is de kunst om buiten scènes en natuurlijke omgevingen vast te leggen op een manier die hun schoonheid en karakter naar voren brengt. Het gaat om het maken van foto’s van allemaal verschillende soorten landschappen. Landschapsfotografie kan worden gedaan door iedereen die een camera of smartphone heeft en bereid is om naar buiten te gaan. Deze vorm van fotografie is populair bij zowel professionele fotografen als amateurs.
Landschapsfotografie vereist andere technieken dan andere vormen van fotografie. De fotograaf moet oog hebben voor detail en in staat zijn om de beste hoeken te identificeren voor het fotograferen van een scène. Ze moeten ook rekening houden met lichtomstandigheden zoals het tijdstip van de dag, weersomstandigheden, schaduwen en reflecties op wateroppervlakken. Een goede landschapsfoto moet emotie overbrengen, gevoelens of herinneringen oproepen in de geest van de kijker, een verhaal vertellen of natuurlijke schoonheid op zijn best laten zien.
De verschillende soorten landschappen
Als het op fotografie aankomt, zijn landschappen een van de meest populaire onderwerpen om vast te leggen. En terecht: onze planeet is vol adembenemende natuurlijke schoonheid die erop wacht om door een lens te worden vastgelegd. Maar wat zijn precies de verschillende soorten landschappen die fotografen kunnen verkennen?
- Kust Landschappen
- Stranden en Duinen
- Kliffen
- Fjorden
- Natuur Landschappen
- Bossen
- Weiden en Graslanden
- Heuvels
- Berg Landschappen
- Diepe valleien
- Sneeuw en ijs landschappen
- Rivieren en watervallen
- Stadslandschappen
- Moderne steden
- Ruïnes en tempels
Wat heb je nodig voor landschapsfotografie?
Of je nu een doorgewinterde professional bent of net begint, er zijn bepaalde items die je mee moet nemen op je landschapsfotografie-shoot. Hier zijn enkele essentiële zaken:
- Goede camera met handmatige instellingen en verwisselbare lenzen. Dit zorgt voor meer controle over de belichting, het diafragma, de sluitertijd, ISO en andere kritieke elementen die van invloed zijn op het uiteindelijke beeld.
- Een statief is ook essentieel voor landschapsfotografie, omdat het de camera stabiel houdt en onscherpte veroorzaakt door trillende handen of wind voorkomt. Zorg wel voor een stevig statief, eentje waar je iets zwaars aan kan hangen, dit maakt hem nog stabieler.
- Een draadontspanner of afstandsbediening zorgt nog meer voor een stabiele camera en voorkomt onscherpe foto’s. Zo hoef je niet de camera aan te raken om de foto te maken.
- Filters kunnen worden gebruikt om de opname verder te verbeteren. Polarisatiefilters helpen verblinding en reflecties te verminderen, terwijl grijsfilters of grijsverloopfilters licht in de lens verminderen zonder de kleurbalans of scherpte aan te tasten.
Welke lenzen voor landschapsfotografie?
Als het om landschapsfotografie gaat, is het kiezen van de juiste lens cruciaal. De perfecte lens kan je helpen verbluffende beelden van uitgestrekte landschappen vast te leggen. Maar met zoveel opties op de markt, kan het overweldigend zijn om te beslissen welke je moet kiezen. Ik zal het een en ander uitleggen zodat de keuze misschien makkelijker wordt.
Ten eerste hebben we groothoeklenzen die perfect zijn voor het vastleggen van uitgestrekte vergezichten en grote landschappen. Deze lenzen zijn verkrijgbaar in verschillende brandpuntsafstanden van 14 mm tot 35 mm en bieden een breed gezichtsveld, zodat je meer details van je omgeving kunt opnemen. Met een groothoeklens kun je met gemak alles vastleggen, van torenhoge bergen tot glooiende heuvels.
Er is nog verschil tussen een lens met een vast brandpunt (primelens), en een lens met een variabel brandpunt (zoomlens). Over het algemeen levert een primelens betere foto’s op omdat die lichtsterker zijn. Maar je moet jezelf fysiek gaan verplaatsen als je bijvoorbeeld het beeld wat meer ingezoomd wilt hebben. En als je veel in de bergen bent, heb je niet altijd de optie om dichterbij te komen.
Een andere populaire optie voor landschapsfotografie zijn telelenzen. Deze lenzen, die verkrijgbaar zijn met brandpuntsafstanden van 70 mm tot 500 mm, bieden de mogelijkheid om verre onderwerpen met veel detail vast te leggen. Je kunt bijvoorbeeld inzoomen op dieren in het wild of een berg in de verte dichterbij halen zodat hij een stuk imposanter lijkt.
Brandpuntsafstand
Brandpuntsafstand is een van de belangrijkste termen in de fotografie. Het verwijst naar de afstand tussen de cameralens en de sensor wanneer een foto wordt gemaakt. Deze afstand bepaalt hoeveel van een scène in een afbeelding kan worden vastgelegd, en ook hoe dichtbij of ver weg objecten in die scène verschijnen.
De maateenheid voor brandpuntsafstand is millimeter (mm). Een kortere brandpuntsafstand, zoals 18mm, betekent een bredere beeldhoek die meer van de scène vastlegt. Een langere brandpuntsafstand, zoals 200mm, vernauwt de beeldhoek en maakt verre objecten dichterbij.
Beeldstabilisatie
Beeldstabilisatie is een essentiële functie in de fotografie waarmee fotografen heldere, scherpe beelden kunnen vastleggen zonder dat een statief nodig is. Dit is met name handig bij het maken van opnamen bij weinig licht of bij gebruik van langere brandpuntsafstanden waarbij camerabewegingen een probleem kunnen zijn. Beeldstabilisatie werkt door elke camerabeweging te compenseren, of het nu gaat om opnamen uit de hand of beweging veroorzaakt door wind en andere externe factoren.
Er zijn twee hoofdtypen beeldstabilisatie: lens gebaseerd en sensor gebaseerd.
Lens gebaseerde beeldstabilisatie is ingebouwd in de lens zelf en werkt door specifieke elementen in de lens te verplaatsen om camerabewegingen tegen te gaan.
Op sensoren gebaseerde beeldstabilisatie daarentegen is ingebouwd in de camerabody en werkt door de sensor te verschuiven om elke tijdens het fotograferen gedetecteerde beweging te compenseren. Beide methoden hebben hun voordelen, maar over het algemeen zijn op sensoren gebaseerde systemen effectiever in het verminderen van camerabewegingen.
Als je een camera of lens gebruikt met beeldstabilisatie, zet deze dan uit als je een foto maakt met statief. Doe je dat niet, dan kan de beeldstabilisatie juist voor een onscherpe foto zorgen. Kijk dit dus goed na voordat je een foto maakt.
De juiste voorbereiding
Voordat je met je camera op pad gaat, is het belangrijk om je goed voor te bereiden op de taak die voor je ligt. Hier zijn enkele belangrijke stappen die je moet nemen om de best mogelijke resultaten te krijgen.
Onderzoek eerst je locatie van tevoren, zodat je weet wat voor landschap en lichtomstandigheden je kunt verwachten. Je kan zien of voorspellen waar de zon ondergaat of opkomt. Ook kun je al een beetje op zoek gaan naar mooie composities. Zo kun je van tevoren plannen welke spullen en accessoires je nodig hebt, zoals filters of statieven.
Zorg er ten tweede voor dat de batterijen van je camera volledig zijn opgeladen. Neem ook extra batterijen mee, zeker als je veel foto’s wilt gaan maken. En zorg ervoor dat alle geheugenkaarten leeg zijn, zodat je voldoende ruimte hebt om al je opnames op te slaan.
Ten derde: controleer de weersvoorspelling voordat je eropuit trekt. Wil je bijvoorbeeld foto’s maken tijdens het gouden uur, dan moet je weten wanneer dat is voor die dag zodat je ruim op tijd op de juiste locatie kan zijn. Maar het is ook belangrijk om te weten of er bewolking is. Dit is soms niet altijd wenselijk in je landschapsfoto’s. Het weer is natuurlijk ook belangrijk om te weten voor je kledingkeuze.
Welke instellingen gebruik je voor landschapsfotografie?
Zoals elke landschapsfotograaf je zal vertellen, kan het een uitdaging zijn om de perfecte foto te maken. Je moet niet alleen oog hebben voor compositie en licht, maar je moet ook weten welke camera-instellingen het meest geschikt zijn voor dit soort fotografie.
Diafragma
Als het gaat om landschapsfotografie, is een van de belangrijkste camera-instellingen het diafragma. Een kleiner diafragma (hoger f-getal) resulteert in een grotere scherptediepte, wat betekent dat meer elementen in je compositie scherp zijn. Dit kan met name handig zijn bij het fotograferen van landschappen met een interessante voorgrond, zoals bloemen of rotsen.
Vaak wordt bij landschapsfotografie een diafragma van tussen de f/8 en f/16 gebruikt. Bij deze diafragmawaarde heb je de grootste kans dat de hele foto van voor tot achter scherp is. Dus ook als je voorin de foto iets plaatst om meer diepte te creëren, is alles mooi scherp. Welk diafragma je het best kan gebruiken, ligt helemaal aan de lens die je gebruikt. Dus probeer meerdere opties uit, en bekijk goed op een groter scherm of de hele foto scherp is.
Een landschapsfoto hoeft niet altijd helemaal scherp te zijn, soms wil je meer aandacht op de voorgrond hebben. Bijvoorbeeld als er in de voorgrond een mooie bloem te vinden is. Dan zou je alleen de bloem mooi scherp kunnen maken, en de achtergrond wazig. Je gebruikt dan een groter diafragma, bijvoorbeeld f/5.6, of nog groter. Blijf dus goed kijken naar composities en pas daar je diafragma op aan. En blijf experimenteren.
Sluitertijd
De juiste sluitertijd hangt helemaal af van het effect dat je wilt creëren. Met een “normale” landschapsfoto maakt de sluitertijd niet zo uit. Omdat je vaak gebruikmaakt van een statief zal de sluitertijd niet snel hoeven zijn. Die kan je dus eventueel automatisch laten invullen als je bijvoorbeeld de diafragmavoorkeur-stand gebruikt.
Maar soms wil je juist een lange sluitertijd gebruiken, bijvoorbeeld bij een waterval of stromende rivier. Met een lange sluitertijd wordt het water namelijk heel zacht en dynamisch. Gebruik dan een sluitertijd van bijvoorbeeld 3”, dus 3 seconden, of nog langer. Gebruik hiervoor natuurlijk een stevig statief.
Als je overdag wilt werken met een lange sluitertijd, kan het voorkomen dat je foto’s te licht worden. Dit omdat er natuurlijk voldoende licht is voor de foto. Om dat op te lossen, zul je moeten gaan werken met grijsfilters. Die zorgen ervoor dat er licht wordt tegengehouden, en je zo een goed belichte foto krijgt. Grijsfilters zijn er met verschillende stops, de hoeveelheid stops geeft aan hoeveel licht ze tegenhouden.
ISO
De ISO hou je zoals altijd zo laag mogelijk. Dit omdat een hogere ISO natuurlijk ruis veroorzaakt. Nu is een lage ISO niet erg, en vrij makkelijk, omdat je toch vaak gebruik maakt van een statief. Dus als het wat donkerder is, kan je dat opvangen met een langere sluitertijd. Zet de ISO dus niet op automatisch, want dan kan het voorkomen dat je camera hem toch hoger zet, maar zet hem zo laag mogelijk.
Histogram
Het histogram laat zien wat de belichting van een foto is, in een soort grafiek. Je kan daaraan aflezen of er veel donkere of lichte delen in je foto zitten. Het histogram laat dus niet de kleuren zien, maar vertaalt alles naar zwart-, wit- of grijstinten. Als een soort berglandschap in de grafiek kan je zien hoe de belichting is.
Zit de berg aan de linkerkant van de grafiek, dan zijn er veel donkere delen in de foto. Een berg aan de rechterkant betekent dan dat er veel lichte delen zijn. In de basis is een foto goed belicht als de berg zich meer in het midden van de grafiek laat zien. Helaas werkt dit niet altijd in de praktijk, bijvoorbeeld als er sneeuw ligt. Een histogram zonder de bijpassende foto is dus eigenlijk nutteloos.
Het kan wel een handig hulpmiddel zijn als je je wat meer verdiept in het aflezen van een histogram. Het kan namelijk voorkomen dat je, achteraf als je thuis je foto’s bekijkt, wordt teleurgesteld. Ook kan je ervoor zorgen dat er minder informatie verloren gaat voor het achteraf nabewerken van de foto, als je goed het histogram in de gaten blijft houden.
Het juiste licht
Verlichting speelt een cruciale rol in landschapsfotografie omdat het de algehele kwaliteit van het beeld beïnvloedt. De juiste verlichting kan je foto’s er prachtig uit laten zien, terwijl slechte lichtomstandigheden zelfs de beste foto’s kunnen verpesten.
Om te beginnen is het begrijpen van natuurlijk licht essentieel als het gaat om landschapsfotografie. Natuurlijk licht verandert gedurende de dag en heeft verschillende kwaliteiten op verschillende tijdstippen. Zo kun je tijdens zonsopkomst en -ondergang zacht warm licht vastleggen waardoor prachtige kleuren in je foto’s ontstaan. Tijdens de middag wanneer het zonlicht hard is, wil je misschien geen foto’s maken, omdat de schaduwen te diep worden en de hoge lichten vaak worden weggeblazen.
Het volgende dat je moet overwegen, is de richting van het licht bij het fotograferen van landschappen. Dit omdat de richting van het licht ook de richting van de schaduwen bepaalt. En zeker als de zon wat lager staat, zijn de schaduwen meer aanwezig en kunnen ze een foto een stuk dynamischer maken.
Verder moet het geen verrassing zijn dat je met landschapsfotografie niet tot nauwelijks zult flitsen. Vaak is je onderwerp dusdanig ver dat je flitser niks zal veranderen. Misschien als je een onderdeel in de voorgrond hebt dat wat extra verlichting kan gebruiken, maar meer ook niet.
Gouden uur
Landschapsfoto’s maken tijdens het gouden uur kan de droom van een fotograaf zijn die uitkomt. Het gouden uur is de periode na zonsopgang of voor zonsondergang wanneer de zon laag aan de horizon staat en een prachtig warm licht werpt over alles wat hij aanraakt. Dit licht creëert een zachte en flatterende gloed waardoor kleuren levendiger lijken en texturen gedetailleerder.
Om prachtige landschapsfoto’s te maken tijdens het gouden uur, moet je vooruit plannen. Onderzoek van tevoren je locatie, zodat je weet waar je je moet positioneren om het meeste uit het licht te halen. Houd ook de weersomstandigheden in de gaten – wolken kunnen extra interesse en drama aan je foto’s toevoegen, maar regen of zware bewolking kan de zon helemaal verduisteren.
Blauwe uur
Landschapsfoto’s maken tijdens het blauwe uur kan resulteren in adembenemende beelden die de magie van de schemering vastleggen. Het blauwe uur is een periode waarin de zon net is ondergegaan en de lucht is beschilderd met tinten diepblauw en paars. Deze unieke lichtsituatie creëert verbluffende en etherische landschappen die perfect zijn voor fotografie.
Om het meeste uit je fotosessie te halen, moet je wat essentiële spullen bij de hand hebben. Een stevig statief is een must-have om ervoor te zorgen dat je opnamen scherp en helder zijn. Een polarisatiefilter kan ook nuttig zijn om ongewenste schitteringen en reflecties in je foto’s te verminderen. Daarnaast is het belangrijk om extra batterijen mee te nemen, aangezien lange belichtingen gedurende deze tijd de batterij van je camera snel leegmaken.
Welke composities voor landschapsfotografie?
Het gebruik van een goede compositie is net als bij andere vormen van fotografie erg belangrijk. Het zorgt voor een visueel aantrekkelijker beeld dat de aandacht van de kijker weet vast te houden en als het ware door de foto heen te leiden. Een aantal composities werken er goed voor landschapsfotografie.
Regel van Derden
Bij de regel van derden deel je het beeld in 3 gelijke delen, zowel horizontaal als verticaal. Hierdoor ontstaan er 4 strepen en 4 kruispunten. Door je onderwerp nu op zo’n kruispunt te plaatsen maak je er een fijne foto van om naar te kijken. Bij landschapsfotografie kan dat betekenen dat je een alleenstaande boom op zo’n kruispunt kan plaatsen, of een alleenstaand gebouw in een landschap.
Om dit makkelijker te maken kan je in je camera de optie grid aanzetten. Dan zie je die verdeling op het scherm achterop. Bij spiegelreflexcamera’s moet je live view gebruiken om dat grid te kunnen zien, je ziet het dus niet door de zoeker. Bij sommige systeemcamera’s kan je het grid wel door de zoeker zien. Dit omdat je bij systeemcamera’s eigenlijk naar een klein schermpje in de camera kijkt en niet het echte beeld ziet. In het artikel over de verschillen tussen spiegelreflex- en systeemcamera’s, wordt hierover meer uitgelegd.
De regel van derden kan ook helpen bij het plaatsen van de horizon. Die wil je eigenlijk nooit in het midden plaatsen want dat oogt nogal saai. Beter is het om die ook op een derde te plaatsen. Waar je de horizon precies plaatst (derde van onder of van boven) ligt aan wat je meer wilt laten zien. Als de lucht bijvoorbeeld erg interessant is, plaats je de horizon onderin. Zo krijgt de mooi lucht meer ruimte in de foto.
Kaderen
Met kaderen zorg je voor extra aandacht naar je hoofdonderwerp. Maar het zorgt ook voor diepte in je foto. Een kader hoeft niet rondom te gaan maar kan ook alleen aan de onderkant van de foto zitten. Door aan de onderkant van de foto, of vooraan, iets dichterbij te plaatsen krijg je veel meer diepte in je foto.
Een kader kan van alles zijn, planten zoals struiken, bloemen of bomen, een rotspartij, maar ook een deuropening. Als je vanuit een gebouw door een deur- of raamopening een foto maakt gaat alle aandacht naar je onderwerp. Zorg er voor dat er genoeg licht achter het kader is en het effect wordt nog sterker.
Reflecties
Reflecties werken heel goed bij landschapsfotografie, ze kunnen een foto dynamischer en dus interessanter maken. Bij landschapsfotografie komen reflecties het meest voor in water, en hoe stiller het water hoe scherper de reflectie. Bij deze compositie is het minder erg als je de horizon wel in het midden plaatst, maar door de herhaling blijft het een fijne foto.
Als het niet helemaal windstil is, en het water niet helemaal glad is, kun je gebruik maken van een lange sluitertijd. De reflectie wordt dan wel minder scherp en je moet de foto met een statief nemen, maar het resultaat is zeker de moeite waard.
Leidende lijnen
Als je gebruik maakt van leidende lijnen in je foto dan zorg je ervoor dat je de kijker door de foto heen leidt. Je kan er dus voor zorgen dat de aandacht naar de juiste plek gaat. Hierdoor werken lijnen erg goed bij landschapsfoto’s waarbij er veel te zien is.
De krachtigste lijnen zijn diagonale lijnen, dus als er lijnen vanaf een hoek van de foto komen. Probeer dan ook zoveel mogelijk te spelen met de compositie en probeer meerdere hoeken uit. Je zult dus misschien wat heen en weer moeten lopen op zoek naar de juiste plaats om de foto te nemen.
Hoe stel je goed scherp bij landschapsfoto’s?
Landschapsfotografie kan een uitdagend genre zijn, maar het biedt enkele van de meest adembenemende uitzichten die op camera zijn vastgelegd. Zonder de juiste focus kun je echter wazige foto’s krijgen die geen recht doen aan het prachtige landschap om je heen. Correct scherpstellen is cruciaal als het gaat om landschapsfotografie, en er zijn verschillende tips en trucs die je kunt gebruiken om scherpe en verbluffende beelden te garanderen.
Overweeg ten eerste om een statief te gebruiken voor stabiliteit. Een statief houdt je camera stabiel en verkleint het risico op onscherpe beelden veroorzaakt door trillende handen of onstabiele oppervlakken. Bovendien helpt het gebruik van een externe ontspanknop ook om onbedoelde bewegingen tijdens het maken van de foto te voorkomen.
Ten tweede, let op je diafragma-instellingen, aangezien dit een sleutelrol speelt in de scherptediepte. Een klein diafragma (een hoger f-getal) resulteert in meer scherptediepte, wat ideaal is voor het vastleggen van landschappen waarbij de voor- en achtergrond scherp zijn.
Hyperfocale afstand
Een handige manier om de foto zo scherp mogelijk te krijgen, is om gebruik te maken van de hyperfocale afstand. De hyperfocale afstand is de afstand vanaf je camera waarop je scherp kan stellen die de grootst mogelijke scherptediepte geeft. Want een grote scherptediepte zorgt voor een foto die scherp is van voorin de foto tot helemaal achterin.
De hyperfocale afstand ligt aan de brandpuntsafstand, het diafragma dat je gebruikt en welke sensor je camera heeft. Je hoeft het gelukkig niet allemaal zelf uit te rekenen, er zijn namelijk handige tabellen voor.
Je stelt scherp op de grond, op de afstand die wordt aangegeven. Dat kan zowel handmatig als automatisch, zolang er maar wordt scherpgesteld op de juiste plek. Zorg dat hij daarna op handmatig scherpstellen staat. Maak dan de foto, zonder aan de scherpstelring te draaien, en kijk hem goed na. Zoom goed in op het schermpje om te kijken of de scherpte goed is. Door dit vaker op deze manier te doen wordt je er vanzelf handig in, en zullen je foto’s alleen maar beter worden.
Nabewerking bij landschapsfotografie
Nabewerking is een krachtig hulpmiddel voor het verbeteren van je landschapsfoto’s. Hiermee kunnen fotografen het beste uit hun foto’s halen door kleuren, contrast en scherpte aan te passen. Of je nu een professionele of amateurfotograaf bent, nabewerking kan je helpen je landschapsfoto’s naar een hoger niveau te tillen.
Een manier om je landschapsfoto’s te verbeteren, is door de belichting aan te passen. Dit kan worden gedaan met behulp van software zoals Lightroom of Photoshop, waarbij bepaalde delen van de afbeelding lichter of donkerder worden gemaakt. Door de belichting aan te passen, kun je ervoor zorgen dat je foto precies de juiste hoeveelheid licht en schaduw heeft om een gevoel van diepte en dimensionaliteit te creëren.
Je kan de compositie wat veranderen door de foto te croppen. Doe dit niet te veel, beter is het om de foto al met de juiste compositie te nemen. Je kan de witbalans aanpassen waardoor je kleuren warmer kan maken of juist koeler van kleur. Wil je zover mogelijk kunnen gaan met dingen aanpassen, dan is het wel belangrijk dat je de foto maakt in RAW formaat. Dan zit er veel meer informatie bij de foto waardoor je veel meer vrijheid hebt.
Maar je kan natuurlijk ook verder gaan met je nabewerking, door bijvoorbeeld storende objecten weg te halen. Hiervoor moet je je wel wat meer verdiepen in het programma dat je gebruikt. Het moet natuurlijk achteraf niet meer zichtbaar zijn wat je hebt gedaan.