Maak zelf de mooiste foto’s in de dierentuin
Fotograferen in de dierentuin is erg leuk om te doen. Ga je binnenkort een dagje naar de dierentuin? Dan is het de hoogste tijd om je camera erbij te pakken. In dit artikel gaan we je uitleggen hoe je de mooiste dierentuinfoto’s maakt, zodat je na je bezoek nog kan nagenieten van alle dieren die je hebt gezien. Het leuke van het fotograferen in de dierentuin is dat je veel verschillende dieren kunt fotograferen.
1. Welke dierentuin?
Het belangrijkste begint eigenlijk al voordat je naar het dierentuin toe gaat. Je moet een dierentuin uitkiezen om naar toe te gaan en het lijkt misschien niet zo belangrijk of dat de dierentuin om de hoek is of 50 kilometer verderop, maar in de foto kan je het verschil wel merken. Iedere dierentuin heeft namelijk zijn eigen manier voor het houden van de dieren en zijn er andere verblijven. Doordat de verblijven anders zijn, levert het andere foto’s op. Zo is het bijvoorbeeld heel anders of je vanachter een glas de dieren moet fotograferen of vanuit een open verblijf. Sommige dierentuinen hebben zelfs safari’s, waarbij je een weg baant door de dieren en deze dus erg dichtbij kunnen komen. Als je de mogelijkheid hebt om te kiezen naar welke dierentuin je gaat, bedenk dan eerst wat voor foto’s je wilt maken en kies op basis daarvan een geschikte dierentuin uit.
2. Tijdstip
Vlak nadat de dierentuin opengaat is het licht het mooist en zijn de dieren vaak nog actief, omdat ze dan net uit hun nachtverblijf komen. Daarnaast is het ’s morgens over het algemeen nog redelijk rustig.
3. Voedertijd
Kijk wanneer de dieren gevoed worden. Tijdens het voeren zijn de dieren vaak erg actief en kun je de leukste actiefoto’s maken.
4. Benodigdheden
Voor dierentuinfotografie heb je gelukkig geen hele uitgebreide uitrusting nodig die je mee moet nemen naar het park. De verblijven in een dierentuin zijn meestal zo gebouwd dat je de dieren optimaal kan bekijken. De dieren hebben zichzelf hierop aangepast en bewegen meestal niet zo heel snel door het verblijf heen, waardoor je rustig de tijd kan nemen om foto’s te nemen.
5. Teleobjectief
Bij het fotograferen in de dierentuin kun je het beste een teleobjectief gebruiken. Hiermee kun je makkelijk inzoomen op de dieren. Door in te zoomen krijg je al snel een kleine scherptediepte (wazige achtergrond) wat vaak ook erg mooi is.
6. Macro-objectief
Is er in de dierentuin bijvoorbeeld ook een tropische vlindertuin of zijn er tropische planten te zien, dan kun je natuurlijk ook goed inzoomen met het teleobjectief en de vlinders of planten mooi dichtbij halen. Beschik je over een macro-objectief, dan is het misschien wel verstandig om deze ook mee te nemen.
7. De instellingen
Diafragma
Door een groot diafragma (klein getal) te gebruiken creëer je een mooie wazige/onscherpe achtergrond. De kleine scherptediepte is een groot pluspunt bij dierentuinfotografie, omdat het originele leefgebied van het dier niet altijd mooi nagebootst is in het verblijf waarin het dier zit. Doordat je met scherptediepte werkt, wordt de achtergrond wazig en komt de focus op het dier, waardoor er maar weinig aandacht naar het verblijf gaat.
Wil je wat meer dieren op de foto of wat meer van de achtergrond laten zien? Gebruik dan een kleiner diafragma (groter getal) van bijvoorbeeld f/8 of f/11.
Sluitertijd
Probeer een niet al te langzame sluitertijd te gebruiken. Dieren bewegen altijd wel iets. Hoe sneller ze bewegen, hoe sneller de sluitertijd ingesteld moet worden.
Doordat je vaak inzoomt op de dieren is het wel belangrijk dat je bij het inzoomen de sluitertijd in de gaten houdt. Door een te langzame sluitertijd te gebruiken bij het inzoomen, krijg je snel met bewegingsonscherpte te maken.
Stelregel sluitertijd:
Wanneer je gaat inzoomen moet je de sluitertijd goed in de gaten houden. Als stelregel kan je aanhouden: brandpuntsafstand x 2 = sluitertijd.
Dus wanneer je ingezoomd bent op 250 mm, dan gebruik je 250 x 2 = 500, dus 1/500 aan sluitertijd. Zo voorkom je bewegingsonscherpte.
ISO
Heb je een snellere sluitertijd nodig, kijk dan of het diafragma omlaag kan. Gaat dat niet, stel dan de ISO iets hoger in. Hoe hoger de ISO is, hoe meer ruis je zult zien op de foto. In de nabewerking in bijvoorbeeld Lightroom of Luminar kun je de ruis nog wel iets verminderen.
8. Ogen
Bij het fotograferen van dieren is het belangrijk dat je scherp stelt op de ogen van de dieren. Probeer op gelijke hoogte te komen met het dier.
9. Fotograferen door glas
Natuurlijk zijn niet alle verblijven open en zul je ook wel eens een foto door het glas willen maken. Dit is meestal wel een uitdaging. Vaak zijn de ramen erg dik of zijn de ramen vies en heeft de camera moeite met scherpstellen. Een oplossing is om deze dan handmatig scherp te stellen. De scherptediepte kan in combinatie met het glas ook een wazig effect geven. Dit vergt dus wel enig geduld en oefening.
Maar gelukkig is er een hulpmiddeltje wat het makkelijker maakt, namelijk een polarisatiefilter. Het polarisatiefilter filtert de onnodige reflecties weg waardoor deze minder naar voren zullen komen in het beeld. Daarnaast is het handig als je zelf iets donkers aan hebt, want dit weerkaatst namelijk geen licht. Loopt er iemand voorbij in een feloranje shirt, wacht dan even met het maken van de foto.
10. Niet flitsen
Zorg ervoor dat je niet gaat flitsen door een ruit. Je stoort de dieren en door een ruit kun je niet flitsen. Het licht bereikt het onderwerp niet omdat het licht uiteen spat op de ruit.
11. Compositie
Let goed op de compositie en probeer het dier niet in het midden van de foto te plaatsen. Probeer te fotograferen vanuit verschillende standpunten. Zak bijvoorbeeld door je knieën om op ooghoogte te komen. In de nabewerking is het vaak ook nog wel mogelijk om de compositie iets aan te passen door de foto bij te snijden.
12. Invloed van het weer
Dierentuinfotografie blijft een onderdeel van outdoorfotografie. Hierdoor kan de tijd en het weer een groot effect hebben op je foto. Dit is een belangrijke factor om rekening mee te houden. Als er bijvoorbeeld een felle zon staat, weerspiegelt deze op glas en creëert schaduwen in de foto.
Bewolkte dagen zijn hierdoor het beste om te gaan fotograferen. Vaak is het dan niet te warm voor de dieren en zullen deze dan ook actief zijn. Ga je op een warme dag naar de dierentuin, dan zijn de dieren niet actief en zul je dus geen actiefoto’s kunnen maken, maar wel close-ups. Het ligt er dus aan wat je persoonlijk het fijnst vindt.
13. Planten en omgeving
Het klinkt misschien raar, maar focus niet alleen maar op de dieren. In de dierentuin zijn namelijk nog genoeg andere dingen te zien. Er staan planten, vaak is de dierentuin ingericht met diverse thema’s et cetera. Er zijn genoeg plekken die geschikt zijn voor een foto. Natuurlijk kom je voor de dieren, maar kijk ook verder dan de dieren. In de tropische tuinen kun je bijvoorbeeld ook mooie portretfoto’s maken.
14. Achtergrond
Let bij het fotograferen op de achtergrond. In de dierentuin zijn veel tralies aanwezig. Probeer van te voren goed te kijken vanuit welke hoek je gaat fotograferen bij een verblijf. Door goed te kijken lukt het misschien de tralies op de achtergrond te vermijden.
15. Fotograferen door tralies
Je kunt ook door de tralies heen fotograferen. Je kunt de zonnekap tegen de tralies aanzetten, daardoor beschadigd je lens niet. Gebruik een groot diafragma en je zult zien dat de tralies niet op de foto verschijnen.
Tot slot
Na het lezen van dit blog ben je wat meer op de hoogte hoe je het beste foto’s kan maken tijdens jouw dagje dierentuin. Er is nog een ding wat we willen meegeven. Het zijn en blijven natuurlijk wilde dieren en dat ze in een verblijf zitten betekent niet dat ze fotomodellen zijn geworden. Daarom moet je veel geduld hebben en net op het goede moment een foto kunnen schieten. Geef dus niet op als het niet lukt, maar blijf vooral klikken!
Veel plezier! #blijfklikken