Miniatuurfotografie – tips
Miniatuurfotografie, ‘kleine mensen in een grote wereld’. Hoe maak je de mooiste foto’s van jouw miniaturen? Creativiteit is wel belangrijk, want je moet zelf een leuke scène bedenken. Als dat dan lukt, levert dat vaak foto’s op waar je langer naar kijkt.
Bij miniatuurfotografie maak je gebruik van materialen op ware grootte en miniaturen op schaal 1:87. Maar je kan het natuurlijk ook met alleen miniatuurmaterialen en -figuren maken. Zoek op internet naar miniatuurpoppetjes en -figuurtjes, dan kun je zien waar ze te koop zijn. Ik ga je wat voorbeelden en tips geven voor miniatuurfotografie.
Opzet
Bij miniatuurfotografie ga je eerst de scene bedenken en daarna verzamel je de grote en kleine materialen en de miniaturen. Zoek op internet naar voorbeelden van miniatuurfotografie om ideeën op te doen, zoals het voorbeeld hieronder. Je verzamelt wat amandelen en de juiste miniatuurpoppetjes en -materialen en probeert er een leuke scène van te maken.
Achter- en ondergrond
Je kan snel en eenvoudig een achtergrond maken met bijvoorbeeld wit papier, je plakt dat op een achtergrond en dat gebruik je ook op de ondergrond. Je kan ook een foto afdrukken en als achtergrond gebruiken. Let daarbij wel op de reflectie omdat fotopapier glanst. Je kunt ook buiten een scène maken. Dan heb je een andere achtergrond van bijvoorbeeld stenen, planten of een waterplas. Bij gebruik van een groot diafragma zal de achtergrond al snel wazig zijn, dus details zullen snel vervagen op de achtergrond.
Belichting
Om alles mooi op de foto te krijgen is de belichting erg belangrijk. Let op schaduwen. Kijk vanuit welke hoek je de foto het beste kunt nemen. Je hebt constant gelijkmatig licht nodig bij het maken van foto’s met miniaturen. Dit kun je het beste doen met daglichtlampen. Deze geven namelijk neutraal licht. Gewoon licht is al snel erg geel of blauw, maar om te beginnen kun je natuurlijk wel gewone verlichting gebruiken. Wil je toch gebruik gaan maken van daglichtlampen, dan zijn deze lampen makkelijk te verkrijgen en je kunt ze bijvoorbeeld in een bureaulamp draaien. Je kunt de scène het beste belichten vanaf de voorkant en vanaf de linker- en rechterkant. Het is de bedoeling dat je de scène belicht en niet de achtergrond. Ga je buiten fotograferen, dan moet je goed kijken hoe het licht valt. Eventueel kun je bijschijnen met een zaklamp met ledverlichting of een daglichtzaklamp.
Probeer ook eens te fotograferen met strijklicht, licht vanaf de zijkant. Hiermee kan je de structuur van je onderwerp mooi laten zien.
Diafragma
Om alles van de miniatuuropstelling goed scherp te krijgen, is het belangrijk om een klein diafragma (groot getal) te gebruiken, namelijk f/11. Als je niet alles scherp wilt en je wilt een wazige achtergrond hebben, dan kun je gebruik maken van een groter diafragma (klein getal).
Objectief
Voor het mooiste resultaat gebruik je een macro-objectief. Maar om te beginnen is een kit- of telelens ook prima. Hier kun je eveneens mooie close-ups mee maken.
Tussenringen
Door tussenringen zonder glas aan te schaffen kun je onderwerpen groter in beeld brengen. Deze plaats je tussen je camera en je objectief. Hiermee vergroot je de afstand tussen je objectief en sensor, waardoor je de minimale scherpstelafstand kleiner maakt.
Statief
Bij miniatuurfotografie is het belangrijk om een statief te gebruiken. Je kunt je camera ook op bijvoorbeeld een rijstzak zetten als alternatief. Je maakt al snel gebruik van een langere sluitertijd. Let er bij het fotograferen vanaf statief wel op dat je de stabilisatie uitzet.
ISO
Gebruik een lage ISO (ISO 100) om zo min mogelijk ruis te krijgen.
Veel plezier! #blijfklikken