SD-card – welke heb je nodig?
SD-cards voor je fotocamera zijn er in vele soorten, maten én merken! Persoonlijk werk ik alleen met SanDisk en Lexar. Maar waarom dan, zal je je afvragen?
Beide merken, SanDisk en Lexar, zijn van hoge kwaliteit, kwaliteit waar je als fotograaf op kan bouwen. Je moet er toch niet aan denken dat je SD-card na een fotoshoot niet meer werkt?!
Er zijn veel merken op de markt, ook eigen huismerken van drogisterijen. Maar doe jezelf een plezier. Investeer net een paar euro meer, want voorkomen is beter dan genezen.
Typen SD-cards
Er zijn twee verschillende typen SD-cards op de markt: SDHC- en SDXC-kaart. Allebei de kaarten hebben hetzelfde formaat, alleen de SDXC kan meer én sneller opslaan dan de SDHC.
Let op! Niet iedere camera kan een SDXC-kaart aan. Controleer daarom, voor de aankoop van zo’n SD-card, of je camera ervoor geschikt is. SanDisk heeft op zijn website een tool beschikbaar gesteld om de juiste kaart voor je camera te bepalen.
Snelheid
Op iedere SD-card zie je ook een omschrijving staan van de snelheid. Bijvoorbeeld 80 MB/s. Let wel, dit is de leessnelheid, dus NIET de schrijfsnelheid. En deze (de schrijfsnelheid) is echt veel belangrijker dan de leessnelheid.
Wanneer je met RAW-foto’s aan de slag gaat dan is een foto gemiddeld 25 MB groot. Wanneer je er meerdere snel achter elkaar gaat maken kan je SD-card dit niet kwijt. Gelukkig heeft iedere camera een buffer, waardoor je nog even door kan gaan. Maar deze raakt ook een keer verstopt. Het is dus verstandig dat je een snelle SD-card aanschaft, zeker wanneer je met RAW aan de slag gaat.
Wanneer er 80 MB/s leessnelheid op een SD-card staat, moet je rekening houden met de helft aan schrijfsnelheid. Dus 40 MB/s aan schrijfsnelheid.