Macrofotografie is de kunst van kleine dingen groot vastleggen. Je maakt foto’s van heel dichtbij, zodat zelfs de kleinste details zichtbaar worden. Het is alsof je door een vergrootglas naar de wereld kijkt. In deze gids leer je in simpele taal wat macrofotografie is, waarom het zo leuk is en wat je nodig hebt om zelf te beginnen.
Wat is macrofotografie?
Macrofotografie (ook wel close-up fotografie genoemd) betekent dat je iets kleins fotografeert van heel dichtbij. Officieel spreek je van een macrofoto als het onderwerp op ware grootte op de camerasensor komt. Simpel gezegd: een mier of bloemetje wordt net zo groot op de foto als hij in het echt is. Close-up foto’s die nét niet die ware grootte halen, noemen we vaak ook macro. Gelukkig hoeft het niet heel streng. In de praktijk mag je iedere foto van heel dichtbij gewoon macrofotografie noemen.
Als je met macrofotografie bezig bent, zie je details die je met het blote oog bijna niet ziet. Denk aan de facetogen van een vlieg of de nerven van een blaadje. Je ontdekt een verborgen wereld. Dat maakt macrofotografie zo bijzonder en spannend!
Waarom is macrofotografie zo leuk?
De wereld in het klein is fascinerend. Dingen die normaal gewoon of saai lijken, worden opeens spectaculair op de foto. Een simpele paddenstoel kan eruitzien als een sprookjeshuis. Een waterdruppel op een blad wordt een spiegel waarin de hele wereld weerspiegelt. Macrofotografie laat je op een andere manier kijken naar je omgeving.
Bovendien kun je bijna overal aan de slag met macrofotografie. In je eigen tuin of in het park vind je al snel interessante onderwerpen, zoals bloemen, insecten of blaadjes. Zelfs op een regenachtige dag kun je binnen macrofoto’s maken van alledaagse voorwerpen. Bijvoorbeeld de structuur van een veer, de details van een stuk fruit of het patroon in een lap stof. Het voelt een beetje als experimenteren: iedere keer zie je iets nieuws op je foto’s. Dat verrassingseffect maakt macrofoto’s maken erg leuk!

Macrofotografie is ook laagdrempelig. Je hebt niet per se een studio of dure apparatuur nodig om te beginnen. Met wat basiskennis en veel nieuwsgierigheid kom je al een heel eind. Het is een geweldige manier om creatief bezig te zijn en te spelen met fotografie, of je nu net begint of al wat langer fotografeert.
Hoe begin je met macrofotografie?
Je kunt direct beginnen met macrofotografie, zelfs met de camera die je al hebt. Hieronder lees je wat handig is om te hebben en hoe je van start gaat:
- Camera of smartphone: Voor een eerste kennismaking kun je gewoon je smartphone gebruiken. Veel telefoons hebben een goede camera en soms zelfs een macro-stand. Ook met een compactcamera of een grotere camera (spiegelreflex of systeemcamera) kun je dichtbij fotograferen. Je hoeft dus niet meteen iets nieuws te kopen om macrofoto’s te maken.
- Macrolens of hulpmiddel: Wil je echt serieus met macrofotografie aan de slag? Dan is een macrolens voor je camera ideaal. Dit is een speciale lens waarmee je super dichtbij kunt scherpstellen. Heb je (nog) geen macrolens, dan bestaan er goedkopere hulpmiddelen. Bijvoorbeeld tussenringen (ringetjes die je tussen je camera en lens plaatst) of een voorzetlens (een soort vergrootglas op je bestaande lens). Daarmee kom je ook dichterbij, zonder grote investering. Zo kun je uitproberen of macrofotografie iets voor jou is.
- Statief (optioneel): Omdat je zo dicht op je onderwerp zit, beweegt het beeld al snel. Een statief kan helpen om je camera stil te houden. Dit is vooral handig bij stilstaande onderwerpen, zoals bloemen of voorwerpen binnen. Met een statief krijg je minder snel een wazige foto door beweging. Heb je geen statief, zet je camera dan op iets stevigs (een tafel, muurtje of de grond) voor extra stabiliteit.
- Licht: Goed licht is belangrijk bij macrofotografie. Van heel dichtbij kan je eigen schaduw op je onderwerp vallen. Probeer te fotograferen bij daglicht (bijvoorbeeld bij een raam of buiten op een lichte dag). Is het te donker? Je kunt een extra lamp gebruiken of de flitser van je camera. Er bestaan zelfs speciale ringflitsers voor macro, die rondom je lens zitten en het kleine onderwerp gelijkmatig belichten. Maar dit is niet meteen nodig om te beginnen – natuurlijk licht en een beetje creativiteit werken vaak ook prima.
Tip: Heb je behoefte aan extra inspiratie en uitleg tijdens het fotograferen? Kijk dan eens naar onze Foto Buddy Macro hulpkaarten. Dit is een setje handige kaartjes (A6-formaat) boordevol tips, tricks en ideeën voor macrofotografie. Je kunt ze zo in je tas stoppen. Handig voor onderweg, zodat je altijd weet wat je kunt proberen als je op pad bent met je camera!
Heb je je camera (of telefoon) klaar? Mooi! Begin gewoon in je eigen omgeving. Zoek een interessant klein onderwerp – een bloem, een insect op een blad, of zelfs het patroon op een koffiekopje. Ga dichtbij, stel scherp op een mooi detail en maak die foto. In het begin gaat het vooral om veel uitproberen. Je zult merken dat elke situatie anders is. Dat is niet erg; juist door te doen leer je wat werkt. Hieronder vind je nog een paar handige tips om meteen betere macrofoto’s te maken.
Tips voor macrofotografie
Wanneer je begint met macrofotografie, komen er een paar uitdagingen om de hoek kijken. Bijvoorbeeld: hoe zorg je dat je onderwerp scherp is en de achtergrond mooi wazig? En hoe benader je schuchtere beestjes zonder ze weg te jagen? Met deze tips kom je een heel eind:
- Neem de tijd en heb geduld: Bij macrofotografie is rust je vriend. Fotografeer je iets dat kan wegkruipen of vliegen, zoals een vlinder of bij? Ren er niet achteraan. Ga rustig zitten bij een plek waar je ze vaak ziet (bijvoorbeeld bij bloemen die ze leuk vinden) en wacht af. Geduld wordt vaak beloond: uiteindelijk komt er vanzelf een insect dichtbij dat je op je gemak kunt vastleggen. Ook bij planten geldt: neem de tijd om verschillende hoeken en composities uit te proberen. Hoe meer aandacht en rust je hebt, hoe mooier je foto doorgaans wordt.
- Ga op ooghoogte van je onderwerp: Probeer altijd laag bij de grond te komen als je bijvoorbeeld een paddenstoel of insect fotografeert. Als je vanuit de ooghoogte van je onderwerp fotografeert, krijgt het alle aandacht en voelt de kijker zich echt in die kleine wereld. Dit betekent soms dat je moet bukken, knielen of zelfs plat op je buik liggen. Het is de moeite waard! Vanuit boven fotograferen maakt het onderwerp al snel plat en minder interessant. Dus duik letterlijk in de wereld van je onderwerp.
- Zorg voor een rustige achtergrond: Een wazige, rustige achtergrond laat jouw onderwerp eruit springen. Let op dat er geen storende elementen (zoals felle kleuren of drukke patronen) direct achter je onderwerp zitten. In macrofotografie krijg je die mooie vage achtergrond vaak vanzelf, omdat je zo dicht op je onderwerp zit. Wil je de achtergrond nóg rustiger? Zet je lens dan op een groot diafragma (bijvoorbeeld f/2.8 of f/4 als je die mogelijkheid hebt). Hierdoor wordt de scherptediepte heel klein en vervaagt de achtergrond. Ook kun je eventueel gekleurde achtergrondkaartjes achter je onderwerp houden voor een egale kleur.
- Stel handmatig scherp (indien mogelijk): Je camera heeft autofocus, maar bij macro kan hij het lastig vinden om op precies het juiste punt scherp te stellen. Soms schiet de focus steeds net voor of achter het onderwerp. Als je camera het toelaat, probeer dan handmatig scherp te stellen. Je draait dan zelf aan de scherpstelring van de lens om het beeld scherp te krijgen. Dit kost even oefening, maar bij stilstaande onderwerpen krijg je zo wel meer controle. Een andere truc: gebruik Live View (het schermpje achterop je camera) om in te zoomen op het onderwerp terwijl je scherpstelt. Dan zie je heel duidelijk of bijvoorbeeld het oog van het insect écht scherp is.
- Blijf experimenteren: Misschien wel de belangrijkste tip: probeer van alles uit! Verander je hoek, speel met je instellingen, en maak véél foto’s. In macrofotografie is het normaal dat veel foto’s mislukken – door beweging, focus die net mist, of onderwerpen die ervandoor gaan. Laat je niet ontmoedigen. Hoe meer je experimenteert, hoe beter je aanvoelt wat werkt. Maak bijvoorbeeld een hele reeks foto’s kort na elkaar (burst-modus) als een bijtje op een bloem zit, dan zit er vast één scherpe bij. Probeer ook eens macrofoto’s te maken op verschillende momenten van de dag. ’s Ochtends vroeg zijn insecten vaak rustiger (en het licht is dan zacht en mooi). En heb vooral plezier: macrofotografie is spelen en ontdekken!
Leuke onderwerpen voor macrofotografie
Je vraagt je misschien af: wat kan ik allemaal fotograferen van zo dichtbij? Eigenlijk bijna alles wat klein is of vol details zit. Enkele ideeën om je op weg te helpen:
- Bloemen en planten: Misschien wel het meest populaire macro-onderwerp. Bloemen zijn geduldig en prachtig van dichtbij. Je ziet stuifmeelkorrels, fijne haartjes op stengels en levendige kleuren. In de lente en zomer heb je volop keuze in de tuin of in het park. Maar ook in de herfst zijn er mooie blaadjes en in de winter vind je soms ijskristallen – ook super voor macrofoto’s!
- Insecten en kleine beestjes: Het vergt wat geduld, maar insecten fotograferen kan fantastische resultaten geven. Denk aan vlinders, bijen, lieveheersbeestjes of zelfs een spinnenweb met dauwdruppels. Tip: vroeg in de ochtend zijn insecten traag door de kou en kun je makkelijker dichtbij komen. Let op de scherpstelling – vaak wil je de ogen van het diertje scherp hebben. En onthoud de eerder gegeven tip: niet achter ze aan rennen, maar rustig afwachten tot het beestje goed zit voor jouw foto.
- Alledaagse voorwerpen van dichtbij: Macrofotografie hoeft niet altijd buiten in de natuur. Je kunt thuis leuke experimenten doen. Bijvoorbeeld waterdruppels op een cd laten vallen en met flitslicht regenboogkleuren creëren. Of leg een paar koffiebonen, kralen of keukenkruiden op tafel en fotografeer ze van heel dichtbij – soms zie je dan ineens een mooi patroon of textuur die met het blote oog niet opvalt. Ook voedsel leent zich ervoor: de textuur van een aardbei of de binnenkant van een kiwi lijken in macro net een vreemd landschap. Kijk om je heen in huis en je vindt vast iets interessants om groot in beeld te brengen!
Laat je fantasie de vrije loop. Bij macrofotografie zijn de mogelijkheden eindeloos. Het belangrijkste is dat jij het onderwerp interessant vindt – dan breng je dat plezier over in de foto.
Veelgestelde vragen over macrofotografie
Heb ik een speciale lens nodig voor macrofotografie?
Nee, niet per se. Je kunt beginnen met de camera die je al hebt. Zoals hierboven uitgelegd, kun je met een smartphone of gewone camera al close-ups maken. Een speciale macrolens geeft wel het allerbeste resultaat, omdat die echt gemaakt is om scherp te stellen van heel dichtbij. Heb je die niet, dan zijn er ook goedkope oplossingen zoals tussenringen of voorzetlenzen om toch macrofoto’s te maken. Daarmee kom je een eind in de buurt van wat een macrolens kan. Kortom, een macrolens is handig maar niet verplicht om te starten met macrofotografie.

Kan ik macrofoto’s maken met mijn smartphone?
Ja, dat kan zeker! Veel smartphones hebben tegenwoordig een macromodus of kunnen van heel dichtbij scherpstellen. Probeer maar eens: houd je telefoon dicht bij een bloem en tik op het scherm op het deel dat je scherp wilt hebben. Je zult verbaasd zijn hoe goed dat werkt. Sommige telefoons hebben meerdere lenzen, waaronder een macro-lens, wat het nog makkelijker maakt. Natuurlijk is de kwaliteit en vergroting van een echte camera met macrolens vaak hoger. Maar om mee te oefenen en creatieve close-ups te maken, is je smartphone een prima begin. Zorg wel voor genoeg licht en een vaste hand, net als bij een normale camera.
Welke camera-instellingen gebruik ik voor macrofotografie?
Bij macrofotografie zijn een paar instellingen extra belangrijk. Ten eerste het diafragma: omdat de scherptediepte (het stukje dat scherp is) erg klein wordt van dichtbij, kiezen veel macrofotografen een iets hoger f-getal (bijvoorbeeld f/8 of f/11) om net wat meer scherpte te krijgen op hun onderwerp. Daarnaast is een snelle sluitertijd vaak nodig, vooral als je uit de hand fotografeert of bewegende beestjes vastlegt. Denk aan minstens 1/100 seconde, en liever nog sneller (1/250 of 1/500) als er veel beweging is. Omdat een hoger f-getal en snelle sluitertijd samen minder licht binnenlaten, moet je soms de ISO iets verhogen. Houd de ISO zo laag mogelijk voor een ruisvrije foto, maar schroom niet om hem wat omhoog te zetten als dat nodig is voor de helderheid. Veel camera’s kunnen ISO 400 of 800 nog goed aan zonder veel kwaliteitsverlies. Wil je hier dieper op ingaan? Lees dan ons uitgebreide blogartikel over de beste instellingen voor macrofotografie – daar duiken we in alle instellingen en geven we nog meer tips.
Hoe krijg ik een mooie wazige achtergrond (bokeh)?
Een zachte, wazige achtergrond – ook wel bokeh genoemd – zorgt dat alle aandacht naar je onderwerp gaat. In macrofotografie krijg je dit effect gelukkig vrij gemakkelijk. Doordat je dicht op je onderwerp zit, wordt de achtergrond sowieso al onscherp. Wil je de achtergrond nóg vager? Gebruik dan een groot diafragma (een laag f-getal, bijvoorbeeld f/2.8 als je lens dat heeft). Ook helpt het om afstand te creëren tussen je onderwerp en de achtergrond. Fotografeer bijvoorbeeld een bloemetje dat ver weg staat van de achterliggende struiken, in plaats van een bloem die pal tegen een heg aan staat. Een andere tip: sommige compact camera’s en smartphones hebben een portretstand waarbij de achtergrond softwarematig wordt vervaagd. Dat kun je ook eens proberen bij close-ups. En tenslotte kun je altijd een neutrale achtergrond toevoegen, zoals een gekleurd kartonnetje achter je onderwerp, voor een egaal effect. Maar vaak doet de lens het werk en heb je met de juiste instelling meteen dat mooie wazige achtergrondeffect.
Wanneer is een foto echt macro en geen close-up meer?
Officieel spreken fotografen van macro als het onderwerp op de foto levensgroot is afgebeeld (of zelfs groter). Dat betekent een verhouding van 1:1 of meer. In gewoon Nederlands: als je een bij van 1 cm fotografeert, dan is die bij op de sensor ook ~1 cm. In een afdruk op papier wordt hij dan nog vele malen groter zichtbaar. Alles wat kleiner wordt afgebeeld dan 1:1 noemt men eigenlijk een close-up. Maar eerlijk gezegd gebruiken we in de praktijk het woord macrofotografie voor bijna alle foto’s die van heel dichtbij zijn genomen. Je hoeft je dus niet druk te maken over de precieze definitie. Als jij iets kleins groot op de foto zet, mag je dat gerust een macrofoto noemen!
Klaar om zelf aan de slag te gaan?
Hopelijk heb je nu een goed beeld van wat macrofotografie is en heb je zin gekregen om het zelf te proberen. Macrofotografie voor beginners is vooral een kwestie van doen. Ga op ontdekkingstocht in je tuin, in het bos of gewoon in de woonkamer. Je zult zien dat er een hele nieuwe wereld opengaat wanneer je door die lens kijkt.
Macrofotografie Workshops
Wil je nóg meer leren en sneller vooruitgang boeken? Overweeg dan om een keer een workshop macrofotografie te volgen met Jeroen.
- Vooraf krijg je een uitgebreide video met uitleg, zodat je goed voorbereid naar de workshop komt.
- Tijdens de workshops leer je stap voor stap hoe je kleine onderwerpen groot en indrukwekkend op de foto zet.
- Na de workshop mag je 4 foto’s met Jeroen delen, je krijgt dan een persoonlijke beoordeling middels een video.
De Macrofotografie workshops, voor beginners en gevorderden, worden in diverse plaatsen in Nederland gegeven:
Trompenburg Tuinen – Rotterdam
Hortus – Leiden
Pantropica 🦋 – Luttelgeest
Vlindorado 🦋 – Waarland
Of meld je aan voor onze online cursus macrofotografie. In een workshop ga je onder begeleiding in het veld aan de slag – hartstikke leerzaam én leuk samen met anderen. In de online cursus leer je stap voor stap alle technieken via video’s en opdrachten (je krijgt zelfs feedback op je foto’s). Beide opties zijn ideaal om je verder te verdiepen in deze prachtige tak van fotografie.
Veel plezier met het verkennen van de mini-wereld om je heen. Voor je het weet heb je ongelooflijke macrofoto’s gemaakt waar je trots op bent. Blijf Klikken!